De invoering van de nieuwe omgevingswet: drie lessen voor gemeenten om de afstand tussen overheid en inwoners te verkleinen

Bewoners en gebruikers maken de wijk
Sinds 2013 ben ik betrokken bij een project voor gebiedsontwikkeling in Amsterdam Zuid Oost. Het gebied heet Amstel 3 en is een strakke, puur functioneel geplande, saaie kantorenwijk met veel leegstand. Mensen schrikken als je ze aanspreekt op straat. Hoe is dit nu zo gekomen? Zijn in dit soort wijken lessen te leren van Middeleeuwse stadskernen, die zich door de eeuwen heen spontaan ontwikkelden en zoveel jaar na dato behoren tot de meest succesvolle en dynamische stadsdelen?
Gelukkig gloort er hoop voor Amstel 3. In 2010 ging architecte Saskia Beer er op eigen initiatief aan de slag om er nieuw leven te brengen. Saskia wilde glamour brengen tussen het beton. Hoewel dit niet leidde tot grootschalige, ingrepen vestigde ze wel de aandacht op zich en op mogelijke oplossingen. Ze ging actief aan het werk om de mensen in het gebied te leren kennen. Door het netwerk dat ze aan het opbouwen was te structureren en analyseren kwam naar voren dat er behoefte was aan een partij om de gebiedsontwikkeling in Amstel 3 ter hand te nemen. Saskia ging hiermee aan de slag en lanceerde in mei een online platform voor interactieve gebiedsontwikkeling: zie www.zocity.nl . Positieve verandering geïnitieerd door de gebruikers begint nu al zichtbaar te worden.
De succesformule voor dynamische stadsontwikkeling
Tijdens de lancering van het platform zei een ambtenaar van de gemeente Amsterdam “Ik heb geen idee hoe dit gebied er over 10 jaar uit zal zien”. Ik juichte inwendig. De gemeente laat het gebied binnen zekere grenzen zijn eigen gang gaan. Net als de middeleeuwse stadskernen gaat het gebied zich organisch ontwikkelen. Niet de gemeente en wat ontwikkelaars bepalen wat er er gebeurt: het wordt een samenspel van meerdere gebruikers en binnenkort ook bewoners. Mijns inziens is dit de succesformule voor dynamische stadsontwikkeling. Probeer niet het onbeheersbare te beheersen, maar laat het binnen heldere randvoorwaarden zijn gang gaan.
Deze manier van denken is terug te vinden in de memorie van toelichting van de nieuwe omgevingswet. De nieuwe wet was hard nodig omdat het bouwwerk van wetten die de inrichting van de ruimte bepalen te complex is geworden. Belangrijker is dat ook de maatschappij drastisch is veranderd. De complexiteit is groter, bewoners en gebruikers van een gebied willen meer invloed op de gebiedsontwikkeling en de overheid trekt zich enigszins terug. Kerndoelen van de wet zijn een integrale aanpak van het gebied, meer ruimte voor bewoners en gebruikers om zaken onderling op te lossen en een sneller werkende doortastender overheid.
De paradox: een terugtrekkende proactieve gemeente
Ik vroeg Lia de Ridder, ervaren als wethouder in meerdere gemeenten, waaronder pilotgemeente Bussum, naar haar mening over de omgevingswet: “Ik sta volledig achter de intentie van de wet. Het is een goede zaak wensen, behoeften en ervaringen van gebruikers meer centraal te stellen voordat plannen concreet worden en alle kwaliteitsaspecten integraal op te nemen. De wet geeft meer ruimte aan de initiatiefnemers. Dit betekent geenszins dat de gemeente als bewaker van het algemeen belang op zijn handen kan gaan zitten. Waar een initiatief wordt afgewacht, krijgen andere gebruikers van het gebied snel het gevoel dat ze alleen nog kunnen schaven aan een idee van een ander. “Daar waar veranderingen wenselijk zijn zou de gemeente proactief het gesprek moeten initiëren”, aldus Lia de Ridder.
Waar voorheen de inhoudelijke opgave uitgangspunt was, zou de focus van de gemeente nu moeten komen op een continue dialoog met inwoners en belanghebbenden over kwaliteiten en waarden. “Door de focus te leggen op de belanghebbenden en goede informatievoorziening en –uitwisseling, wordt de aanvankelijk complex ingeschatte ontwikkeling van een omgevingsplan veel eenvoudiger. Als je het gesprek aangaat, volgt de inhoud als het ware vanzelf. Het veranderen van de focus van inhoud naar inwoners bevordert bovendien de integrale samenwerking binnen het gemeentehuis”.
Hoe pak je dat dan aan?
Gemeenten kunnen bij de invoering van de omgevingswet veel leren van de aanpak van Saskia Beer. De drie belangrijkste geleerde lessen in Amstel 3 zijn de volgende:
- Ken de gebruikers in het gebied en begrijp hun onderlinge relaties. Maak hiervoor stakeholderanalyses.
- Ga de dialoog aan en bevorder de onderlinge dialoog.
- Biedt een interactief platform voor plan- en projectontwikkeling.
Dit vraagt nogal wat van de gemeentelijke organisatie. Om het spel goed te kunnen spelen, moeten ambtenaren primair gaan denken in relaties in plaats van processen. Dit zal leiden tot ontschotting en meer onderlinge samenwerking. Het betekent ook meer zelforganisatie en een veel groter deel van de werktijd dat buiten het stadhuis wordt doorgebracht.
Meer weten over het nut van stakeholdersanalyse bij de invoering van de omgevingswet voor de gemeentelijke organisatie? Neem contact met Jan-Peter Mout: [email protected].